Collega's ontzien mij niet
Door de ogen van Marko
‘Ik worstel en kom boven’ is een bekende tekst uit onze geschiedenis en staat geschreven op de Zeeuwse vlag. Maar deze woorden zouden evengoed op een bord boven de deur van Marko kunnen staan. Hij kende ingewikkelde fases in zijn leven, maar hij bleef strijden. Hij liet steeds meer zijn visuele beperking naar de achtergrond verdwijnen en stapte als een positief en inspirerend mens naar voren.
Marko is geboren met Aniridie, een oogaandoening waarbij de iris geheel of gedeeltelijk ontbreekt. “Tot mijn achttiende had ik vijf procent zicht, daarna helemaal niets meer”, vertelt Marko. “Mijn moeder is ook blind en mogelijk is de aandoening erfelijk. Dit wordt op dit moment nog onderzocht.” Marko’s schooltijd was dramatisch, zoals hij het zelf noemt. Hij volgde zowel aangepast als regulier onderwijs, maar liep vaak tegen allerlei belemmeringen aan. Hij liet zich niet uit het veld slaan en vocht door voor zijn eigen plek in de maatschappij.
IJsje kopen
Op een dag, Marko was net achttien jaar geworden, besloot hij om op eigen initiatief zijn zelfstandigheid te vergroten. “Ik wachtte al weken op een mobiliteitstraining en mijn geduld raakte een beetje op. Iedere week waarin je niets aan je mobiliteit of zelfstandigheid doet is een verloren week. Dus ik stapte naar mijn moeder en vertelde haar dat ik de bus ging nemen naar het centraal station in Utrecht. Met veel verbazing in haar stem vroeg zij waarom ik naar Utrecht wilde en wat ik daar dan ging doen. Ik zei: Ma, ik ga op het station een ijsje kopen en een kroketje eten. Als ik heen en terug kan reizen, kan ik de hele wereld aan!” Marko volbracht zijn tocht en dat was de opmaat naar een onafhankelijk leven.
Mijn advies is om mensen met een visuele beperking niet te pamperen maar voluit mee te laten doen in de maatschappij.
Marko’s gedrevenheid en volharding leverde hem een mooie baan op. In tegenstelling tot veel andere werkzoekenden uit de doelgroep verzweeg hij zijn visuele beperking niet. “Ik solliciteerde naar een functie bij Tiscali, een computerbedrijf en werd uitgenodigd voor een gesprek. Mijn handicap was voor dit telecombedrijf helemaal geen beperking. Ik had een sollicitatiebrief geschreven met behulp van een computer en dat gaf de doorslag. Ze begrepen dat ik met simpele aanpassingen het werk kon doen net als ieder ander. Ik kreeg een baan in het klantencontactcentrum. “Als je thuis met een computer kunt werken dan lukt dat hier ook!”, Het enthousiasme en de motivatie van de sollicitatiecommissie werkte door in het bedrijf.
Zijn collega’s ontzien hem niet. Hij hoort er helemaal bij. Momenteel werkt Marko voor een ander groot telecombedrijf. “Ik ondersteun de monteurs in het veld en dat is een ontzettend leuke baan. Ik werk 37 uur per week en ga iedere dag met veel plezier naar mijn werk. Ik heb niet veel nodig om goed te kunnen functioneren: een goed werkend administratiesysteem en op mij afgestemde spraaksoftware is voldoende.”
Positief
Door zijn doorzettingsvermogen en positieve instelling heeft Marko een leven zoals iedereen! Zijn visuele handicap staat daarbij niet in de weg. “Als je zelfstandig in het leven wilt staan, is de houding van je familie en vrienden heel belangrijk”, merkt Marko op. “Ik zie heel vaak om me heen dat ouders en partners zich beschermend opstellen. Zij nemen letterlijk en figuurlijk alle obstakels weg.
Natuurlijk is het niet gek dat ouders van kinderen met een visuele beperking hun kinderen willen beschermen, maar ze vergeten daarbij dat we juist van al die fouten leren. Verdwalen is onmogelijk geworden met onze smartphone in handen. Natuurlijk kan dat noodzakelijk zijn, maar we verleren daarmee ook de creativiteit om het zelf op te lossen. Verdwalen betekent ook je best doen om het juiste pad weer te vinden. Al die goed bedoelde hulp gaat ten koste van zelfredzaamheid en dat lijkt me geen wenselijke situatie. Je kweekt hiermee alleen maar (faal)angstige kinderen. Of kinderen die het wel heel makkelijk vinden dat alles voor ze wordt gedaan. Mijn advies is dan ook om mensen met een visuele beperking niet te pamperen maar voluit mee te laten doen in de maatschappij”